*Twee nonnen brengen een bezoek aan het Tropenmuseum. Op zeker moment bevinden ze zich voor een langwerpig voorwerp. Het bordje dat erbij is aangebracht vermeldt: "Peniskoker." Zegt de ene non tegen de andere: "Gut, ik wist niet dat je die dingen ook kunt koken." *Waarom mag de Paus niet gecremeerd worden? Omdat hij nog niet dood is! *Jongen tegen de biechtvader: "Ik ben gisteren met een meisje naar huis gegaan." Pastoor: "Dat is geen zonde." Jongen: "We gingen samen naar boven." Pastoor: "Dat is geen zonde. Jongen: "Toen heb ik haar gekust." Pastoor: "Dat is geen zonde." Jongen: "Net toen ik haar had uitgekleed, kwamen haar ouders thuis." Pastoor: "Maar dat is wel zonde." *Meneer pastoor herstelt het tuinhek. Er komt een jongetje aanlopen. De pastoor timmert verder. Het jongetje staat stil en kijkt aandachtig naar het werk van de pastoor. Op een gegeven moment kijkt de pastoor op. Hij ziet het jongetje en vraagt: 'zo jongeman, wil jij leren hoe je spijkers in het hout slaat?' Waarop het jongetje antwoordt: 'nee,' meneer, 'maar ik zou zo graag eens horen wat een pastoor zegt als hij op zijn vingers slaat! *Toen de dominee een van de leden van zijn kerk tegenkwam, drukte hij zijn bezorgdheid uit over diens vrouw. 'Hoe gaat het met je vrouw? Ik was echt bezorgd toen ze die hoestbui kreeg vanmorgen in de kerk. Vrijwel iedereen draaide zich om en keek haar aan.' 'Oh, maakt u zich maar geen zorgen... nu heeft iedereen tenminste haar nieuwe hoed gezien.' *Twee pastoors lopen samen een eindje op. Verzucht de ene: "Het is stil, ik heb de laatste tijd maar weinig huwelijken en begrafenissen." Moppert de ander: "Het is dat ik nogal eens op huisbezoek ga, anders viel er ook niks meer te dopen." *16 +Honderd nonnen hadden zich verzameld in de grote hal van het klooster. Moeder Overste sprak hen toe: ‘er is een condoom gevonden…’ 99 nonnen: ‘Oooooooh.’ 1 non: ‘Hihihihi.’ ‘En er zat sperma in…' ‘Oooooooh.’ 1 non: ‘Hihihihi.’ ‘Bij nader onderzoek bleek er een gaatje in te zitten.’ 99 nonnen: ‘Hihihihihihi.’ 1 non: ‘Oooooooh.’ *Moeder overste houdt een serieus gesprek met zuster Nazarena. Zij neemt zuster Nazarena een test af: ‘zuster Nazarena, wat doe je als je in een drukke winkelstraat loopt en je komt een man tegen die jou lastig wil vallen?’ Zuster Nazarena: ‘dan zeg ik dat hij dat niet moet doen.’ Moeder Overste: ‘dat is juist, dat is juist, dat is heel juist.’ Moeder Overste: ‘en als hij niet luistert?’ Zuster Nazarena: ‘dan roep ik heel hard om hulp.’ Moeder Overste: ‘dat is juist, dat is juist, dat is heel juist.’ Moeder Overste: ‘en als je die man nu op een heel stil landweggetje tegenkomt?’ Zuster Nazarena: ‘dan doe ik mijn rokken omhoog en hij doet vanzelf zijn broek omlaag.’ Geschokte Moeder Overste: ‘Nazarena, dat is niet juist dat is niet juist, dat is helemaal niet juist.’ ‘Jawel hoor,’ zegt Zuster Nazarena: ‘dan zullen we wel eens zien wie er het hardste kan lopen.’ *De dominee is de weg kwijt en vraag aan een jongetje wat de weg is naar het station. Het jongetje antwoordt: ‘dat weet ik wel, maar ik zeg het lekker niet.’ Waarop de dominee zegt: ‘zo kom jij niet in de hemel!’ Het jongetje antwoordt: ‘en u niet op het station. *Wat is het verschil tussen een dominee en een trolleybus? Een trolleybus stopt tenminste als hij de draad kwijtraakt. *Er loopt een pastoor door Jeruzalem. Hij komt op een plak waar drommen mensen samenscholen. De pastoor vraagt aan een voorbijganger: ‘waarom staan hier zoveel mensen?’ ‘O,’ zegt de man, ‘straks komt er een stoet kamelen voorbij met naakte dames erop.’ ‘Mooi,’ zegt de pastoor, ‘dan blijf ik even staan, want ik heb in geen jaren een kameel gezien.’